Mr. Wouda staat cliënten bij die worden geconfronteerd met vormen van psychiatrische zorg, terwijl de cliënt daar zelf niet (geheel) achter staat. Deze verplichte zorg kan bestaan uit een opname in een psychiatrisch ziekenhuis, een verpleegtehuis of andere zorginstelling. Het kan ook gaan om ambulante hulpverlening in de thuissituatie.
Sinds 1 januari 2020 is de oude wet BOPZ vervangen door twee verschillende wetten, namelijk:
Wet Verplichte GGZ (Wvggz): bedoeld voor mensen met een psychische stoornis.
Op grond van deze wet kan een verzoek worden gedaan voor:
- Een crisismaatregel (voor maximaal drie werkdagen) of voortzetting daarvan (voor maximaal drie weken);
- Een zorgmachtiging (in beginsel voor maximaal zes of twaalf maanden).
Wet Zorg en Dwang (Wzd): wanneer sprake is van onvrijwillige zorg voor mensen met een verstandelijke beperking of een psychogeriatrische aandoening.
Op grond van deze wet kan een verzoek worden gedaan voor:
- Een inbewaringstelling (voor maximaal drie werkdagen) of voortzetting daarvan (voor maximaal zes weken);
- Een rechterlijke machtiging (in beginsel voor maximaal zes of twaalf maanden).
Als de verplichte of onvrijwillige zorg langer duurt dan drie werkdagen dan is een beslissing nodig van de rechter. Er wordt dan door de rechtbank altijd een zitting ingepland om de betrokkene te kunnen horen, en de rechtbank wijst kosteloos een advocaat toe. De zitting vindt plaats in de betreffende zorginstelling of bij de cliënt thuis (dus niet op de rechtbank). Het karakter van de zitting is informeel en de rechter en advocaat zijn niet in toga.
Als advocaat behartigt mr. Wouda de belangen van de betrokken cliënt. Zij staat naast de cliënt, legt vooraf uit wat er gaat gebeuren en waar de rechter op let voor de te nemen beslissing. Samen met de cliënt bepaalt mr. Wouda het standpunt en de strategie op de zitting.
Aan het eind van de zitting wordt meteen een mondelinge uitspraak gedaan. Enkele weken later volgt de schriftelijke beschikking, waarin de overwegingen staan vermeld van de rechter.
Tegen de beschikking van de rechtbank is geen hoger beroep mogelijk. Wel is het in sommige gevallen mogelijk om cassatie in te stellen bij de Hoge Raad. Dit gaat via een gespecialiseerde cassatieadvocaat. Aangetoond moet dan worden dat de rechter in strijd met de wet heeft gehandeld